De bodem van Zeeland is een groot openluchtmuseum. Onder het slijk liggen maar liefst 117 verdronken dorpen uit verschillende tijden, waaronder de Romeinse handelsplaats Ganuenta, enkele middeleeuwse kastelen en zelfs dorpen uit de tiende eeuw.
Aan de rand van de Oosterschelde staat een bakstenen kerktoren recht overeind. Het verdwaalde gebouw vormde in de vijftiende eeuw het centrum van het dorpje Koudekerke. Een vestiging aan de drukke vaarroute naar Antwerpen. Het water vrat langzaam de zeearm van het land weg en in de zeventiende eeuw was het hele dorp opgeslokt.
Alleen de kerktoren staat nog overeind, die nu als informatiecentrum over het verdronken dorp dienst doet. Beklim de Plompe Toren en tuur vanaf de nok over het grasland waaronder een oude samenleving begraven ligt.
Neem ook een kijkje bij de verdronken stad Reimerswaal
Bij de Bergsediepsluis ligt een natuurentreepunt (Geopark Schelde Delta) die over de verdronken dorpen in de Oosterschelde gaat. Speciaal aandacht wordt hier gegeven aan de verdronken stad Reimerswaal. Een fascinerende geschiedenis hoe een grote stad langzaam ten onder gaat aan de golven.
Parkeer op de Bergesediepsluis voor de sluis. Steek de sluis over richting het natuurentreepunt.